Welke paarden moeten geïdentificeerd en geregistreerd worden?

Alle paarden en paardachtigen moeten geïdentificeerd en geregistreerd zijn in de centrale gegevensbank vóór 31 december van hun geboortejaar of ten laatste binnen de zes maanden na de geboorte.

Uitzondering :

De slachtveulens moeten ook met een microchip geïdentificeerd worden. Slachtveulens jonger dan 12 maand die rechtstreeks vervoerd worden van hun bedrijf van geboorte naar een slachthuis gelegen op het Belgisch grondgebied moeten niet geëncodeerd worden in de gegevensbank en moeten ook geen paspoort of mutatiedocument krijgen.

Hoe gebeurt deze identificatie en registratie?

1. aanvraag tot identificatie

U vult het aanvraagformulier in bijlage in en stuurt het op naar de dienst identificatie van paarden in Korbeek-Lo (adres bovenaan op aanvraagformulier).
Enige tijd later krijgt u identificatiepapieren aan waarop de gegevens van uw paard voorgedrukt zijn. Deze papieren moeten door de dierenarts ingevuld worden na de identificatie van uw paard.

2. afspraak met dierenarts voor identificatie

Wanneer u de identificatiepapieren van uw paard thuis hebt aangekregen, maakt u een afspraak met ons, zodat wij uw paard kunnen identificeren en de administratie kunnen vervolledigen. U belt ons hiervoor best op het nummer 014/633783.

3. verdere verwerking

Nadat uw paard door de dierenarts geïdentificeerd werd, wordt het paard in de gegevensbank van de dienst voor identificatie van paarden geregistreerd.
U ontvangt van deze dienst een mutatiedocument. Dit document moet u zorgvuldig bewaren en terugsturen bij elke wijziging van de gegevens (verkoop, sterfte, ...).
Later ontvangt u een paspoort. Dit paspoort zal door het stamboek worden aangemaakt bij stamboekpaarden. Bij paarden zonder stamboek zorgt de dienst voor identificatie van paarden voor het paspoort.

Meer informatie

website van de dienst voor identificatie van paarden

Samenvatting wetgeving

Europese reglementering van toepassing vanaf 1 juli 2009 (bron : www.idcbp.be)

De reglementering voor de identificatie van de paardachtigen werd op Europees niveau geharmoniseerd. De nieuwe regels worden op 1 juli 2009 van toepassing in alle landen van de Europese gemeenschap.
De Europese Verordening (EG) nr 504/2008 van de Commissie van 6 juni 2008 ter uitvoering van de richtlijnen 90/426/EEG en 90/427/EEG van de Raad wat betreft de methoden voor de identificatie van paardachtigen treedt in werking op één juli 2009. De verordening bepaalt de regels voor de identificatie van alle paardachtigen die in de Europese gemeenschap verblijven.
Concreet voor België: de verplichte identificatie en registratie van alle paardachtigen die op het Belgisch grondgebied verblijven, blijft onverminderd van kracht en de tarieven blijven dezelfde.
Evenmin worden er enkele wijzigingen aangebracht aan de bepalingen die momenteel van toepassing zijn (koninklijk besluit van 16 juni 2005 betreffende de identificatie en de encodering van de paarden in een centrale gegevensbank):

  • De termijn voor de identificatie en de encodering van de veulens is verlengd. Het veulen moet geïdentificeerd en geregistreerd zijn in de centrale gegevensbank vóór 31 december van zijn geboortejaar of ten laatste binnen de zes maanden na de geboorte.
  • De slachtveulens moeten voortaan ook met een microchip geïdentificeerd worden. Slachtveulens jonger dan 12 maand die rechtstreeks vervoerd worden van hun bedrijf van geboorte naar een slachthuis gelegen op het Belgisch grondgebied moeten niet geëncodeerd worden in de gegevensbank en moeten ook geen paspoort of mutatiedocument krijgen.
  • In geval van verlies van het paspoort zal een duplicaat of een vervangingsdocument moeten afgeleverd worden en wordt de paardachtige in principe geklasseerd als zijnde niet bestemd voor de slacht voor menselijke consumptie.
  • De facturatie van de kosten verbonden aan het beheer van de gegevensbank (forfaitair bedrag) gebeurt rechtstreeks aan de eigenaar.
  • Wanneer in het verleden de identificatieattesten verstuurd werden naar de dierenarts-identificeerder zullen deze volgens de nieuwe procedure naar de eigenaar van de paardachtige worden verstuurd. Deze dient de door hem aangeduide dierenarts-identificeerder te contacteren om de identificatie uit te voeren.
    Opgelet deze wijzigingen zijn niet van toepassing op de aanvragen voor identificatie met een eerste inplanting van een microchip die bij de Belgische Confederatie van het Paard vzw werden ingediend vóór 1 juli 2009. Deze aanvragen ingediend vóór 1 juli 2009 zullen nog volgens de vorige procedure afgehandeld en gefactureerd worden.
Cookies laten u deze website vlot gebruiken. Deze cookies verzamelen geen persoonsgegevens. Meer informatie